woensdag 26 mei 2021 / Categorieën: Recepten 3X SMAKELIJKE ALTERNATIEVEN ALS BORRELSNACK Het is alweer juni en dit betekent: het EK voetbal gaat bijna van start! De één zit al weken in de startblokken, de ander heeft er juist helemaal niks mee. Het is in ieder geval altijd een gezellig moment om met een - dit jaar klein - gezelschap heerlijk te borrelen. Wil jij een keer iets anders op tafel zetten dan de traditionele bitterbal? Wij zetten drie heerlijke buitenlandse alternatieven voor je op een rijtje! 1. Turkse Içli Köfta met muntdip DIT HEB JE NODIG Voor 12 stuks Voor de Turkse kroketjes: 200 g fijne bulger 200 g griesmeel 1 volle theelepel zout 4 el paprikapulp (of pureer een geroosterde puntpaprika) 1 ei 2 uien 100 g walnoten 2 eetlepels olie 350 g rundergehakt 1 theelepel Pul Biber of rode chilivlokken Olie om in te frituren Voor de muntyoghurt: 6 takjes munt 300 g yoghurt (10% vet) Sap en schil van 1/2 citroen ZO MAAK JE HET Mix de bulgur en griesmeel met een snuf zout in een kom. Breng 420 ml water aan de kook en voeg hier 2 theelepels paprikapulp aan toe. Voeg het water toe aan de bulgur en griesmeel en roer goed door. Laat voor 30 minuten afgedekt weken. Hak de uien fijn en de walnoten in grof. Verhit de olijfolie in een koekenpan en voeg hier de ui, walnoten en het gehakt aan toe. Roer goed door. Breng op smaak met zout en de Pul Biber of chilivlokken. Voeg de overige 2 eetlepels paprikapulp toe en zet weg om af te koelen. Kneed het geweekte bulgur deeg in een keukenmachine voor minstens 15-20 minuten totdat het een plakkerig deeg wordt. Als het te droog wordt, voeg je een klein beetje water toe. Voeg na 15-20 minuten een ei toe en kneed nog voor 5 minuten. Verdeel het deeg in 12 gelijke stukken (ter grote van een mandarijn). Doe dit met natte handen. Vorm van de ballen langwerpige kroketten (ongeveer de lengte van je vingers). Druk ze in het midden wat plat, zodat er een soort bootje / kommetje ontstaat. Vul dit kommetje met ongeveer 1 eetlepel gehaktmengsel. Vouw de openingen naar elkaar en druk deze goed dicht. De koftas dienen een ovale form te hebben, zoals een kroket. Verwarm zonnebloemolie tot 180 graden in een pan en frituur de koftas voor 1-2 minuten, totdat ze goudbruin worden. Laat ze even uitlekken op een rol keukenpapier. Voor de dip, hak je de munt fijn en roer je dit samen met het limoensap en de geraspte schil, een snufje zout en een theelepel olijfolie. Serveer dit samen met de koftas om in te dippen. 2. Oostenrijkse knödels met spinazie en witte kaas DIT HEB JE NODIG Voor 12 stuks Voor de knödels 400 g oud wit of bruin brood 200 ml lauwe melk 3 eieren 1/2 theelepel nootmuskaat Zout en peper 250 g bevroren spinazie, gehakt 1 ui 150 g witte kaas (in één stuk) Voor de salieboter 150 g boter 4 takjes salie 100 g walnoten ZO MAAK JE HET Snijd het brood in gelijke blokjes van ongeveer 1 cm x 1 cm. Mix de melk, eieren, nootmuskaat, zout en peper en giet dit over het brood, in een kom. Laat dit voor 15 minuten weken. In de tussentijd, snipper je de ui en laat je de spinazie uitlekken in een zeef en druk dit goed uit zodat het vocht eruit gaat. Voeg dit toe aan het melk-brood mengsel en gebruik de deeghaken van een keukenmachine of handmixer om tot een compacte, groene massa te kneden. Proef dit even voor en voeg indien nodig meer zout, peper en/of nootmuskaat toe. Snijd het blok witte kaas in 12 gelijke stukken. Vorm met natte handen, 12 deegbollen van het brooddeeg. Druk met je duim een kommetje in de bol, druk de kaas erin en vorm de bol helemaal dicht. Breng water met een snuf zout aan de kook in een kookpan. Kook de knödels, in 2 porties van zes, voor ongeveer 12 minuten gaar. Zorg dat de knödels helemaal onder water staan. Smelt ondertussen de boter in een steelpan. Hak de salie blaadjes fijn en de walnoten grof en voeg beide toe aan de warme boter. Laat zachtjes pruttelen. Haal de knödels uit het water, laat even uitlekker op keukenpapier en serveer deze samen met wat salie-walnoten boter (dit kun je er al overheen gieten). Tip: knödels zijn heerlijk met een salade te eten! 3. Italiaanse arancini met salie en pecorino DIT HEB JE NODIG Voor 15 stuks 150 gram risotto 600 ml groentebouillon 20 gram roomboter 50 gram pecorino 1 sjalotje 2 knoflooktenen 50 ml witte wijn 1 el olijfolie 2 takjes verse salie, fijngehakt 2 takjes verse oregano, fijngehakt zout en peper 2 eieren 1 el bloem Panko paneermeel zonnebloemolie om in te frituren Om in te dippen: truffelmayonaise ZO MAAK JE HET Hak de knoflook en sjalot fijn. Verhit een pan met de olijfolie en fruit hier de sjalot en knoflook in voor 2 minuten. Voeg de risotto toe en bak even mee totdat deze glazig wordt. Blus dit af met de witte wijn en voeg 1/3e van de bouillon toe en laat op laag vuur, totdat de risotto droger wordt. Herhaal deze stap nog twee keer, totdat alle bouillon is opgenomen. Blijf regelmatig roeren en voeg eventueel iets meer water of bouillon toe als de rijst te droog is; proef dit aan het einde als de bouillon op is. Hak ondertussen de kruiden fijn en rasp de pecorino. Voeg dit toe, samen met een flinke snuf peper en zout, aan de risotto wanneer deze gaar is en roer goed door. De kruidensmaak mag best wat intenser zijn: de smaak neemt namelijk iets af in intensiteit wanneer je de balletjes gaat frituren. Laat de risotto even afkoelen, zodat je er goed balletjes van kan rollen. Verdeel de panko, bloem en de geklutste eieren over drie kommetjes. Draai balletjes van de risotto en haal deze door de bloem, het ei en als laatste het panko paneermeel. Je kunt de balletjes invriezen om later te frituren, maar je kan ze ook direct klaarmaken. Doe dit voor 4 minuten op 180 graden in een pan met zonnebloemolie. Serveer de arancini balletjes met (zelfgemaakte) truffelmayonaise. Vorige artikel DE WMF FAVORIET VAN RENATA: DE WMF KULT BLENDERS Volgende artikel RECEPT: OOSTERSE FATOUSCH-SALADE MET KNAPPERIGE CROUTONS Beoordeel dit artikel: 5.0
DIT IS DE REDEN WAAROM JE ELKE DAG EEN HANDJEVOL BLAUWE BESSEN ZOU MOETEN ETEN dinsdag 29 januari 2019